Feuilleton deel 25

 

De volgende dag kwam de fotograaf en werden we geportretteerd. Het bleek voor ons felrode moffenpaspoort te zijn. ‘Deutsches Reich’ stond er boven de gehate adelaar met het hakenkruis in zijn poten. En eronder: ‘Vorlaufiger Fremdenpass.’ Toen ik hem in mijn handen gedrukt kreeg, las ik dat hij tot 1947 geldig was. Wat een verschrikkelijk vooruitzicht, ook al was ik ervan overtuigd dat de oorlog dan allang afgelopen moest zijn.

Die avond geen aardappelen, wel een stuk donker, wat zurig, Duits brood, Kuch werd het genoemd, er werden een paar stukken zeep bij de kraan neergelegd. Hierna werd de loods afgesloten. Er stonden een paar tonnen om je behoefte op te doen. Henk had uitgelegd dat er dysenterie heerste of ‘spuitkak’ zoals hij het noemde. De zieken hadden een aparte ton en er werd ons op het hart gedrukt om zoveel mogelijk de hygiëne te bewaren. ‘We hebben al een paar man moeten wegdragen.’

Bij de opmerking de hygiëne te bewaren keken diverse van ons om ons heen en Kees vroeg: ‘Welke hygiëne?’

Even keek Henk mijn vriend dreigend aan, maar toen hij het uitgestreken gezicht zag van Kees, schoot hij in de lach. ‘Wat je zegt man, wat je zegt. Het lijkt niet veel, maar alles wat we kunnen doen moeten we doen. Tot nu toe valt het bijvoorbeeld mee met de luizen. Dat is omdat we elkaar elke avond controleren op ongedierte. Dus zoek daar een maatje voor uit. De spuitkak is een groter probleem. Eerst kak je water en aan het eind alleen nog bloed. Hou de tonnen gescheiden, en was je handen na het poepen en voor het eten, maar de kans dat je het krijgt met dat geweldige dieet van ons, blijft groot. We hebben hier onze eigen Sanitäter, hij heeft wat EHBO kennis opgedaan voor de oorlog, hij kan je helpen als je ziek wordt. Af en toe komt er een Duitse arts kijken. Ziek zijn mag je hier twee dagen, maar dan moet je wel flinke koorts hebben, anders word je gewoon je bed uitgeschopt.’

De loods was volledig geblindeerd en in het midden hing vanaf de nokbalk een grote lamp. Ook was er wat licht van de open kachel in het midden van de loods. Henk had ons verteld dat het licht om 9 uur uitging en dat we moesten zorgen dat we voor die tijd alles gedaan hadden. ‘Onthoud goed waar de poepton staat, want je ziet vannacht geen hand voor ogen. Morgenochtend is het om vijf uur appèl. Probeer je rust te pakken, je zult het nodig hebben morgen!’

 

+++++++++++++++ wordt vervolgd +++++++++++++++